De pre-analytische fase heeft betrekking op het geheel van handelingen bestaande uit de correcte voorbereiding van dieren en de afname van stalen, evenals de verzending ervan. Deze voorzorgsmaatregelen zijn fundamentele voorwaarden voor het bekomen van betrouwbare laboratoriumresultaten.
Verschillende factoren, vaak te wijten aan fouten in de pre-analytische fase, kunnen de analyseresultaten beïnvloeden. Hiermee moet rekening gehouden worden bij de interpretatie van de metingen als ze niet vermeden kunnen worden.
De dop van de buisjes voor de bloedafname draagt een kleurcode waardoor de aanwezigheid van anticoagulantia in het betrokken buisje geïdentificeerd kan worden.
Plasma is voor bepaalde analyses verplicht, zoals het coagulatiesysteem, glucose en lactaat. Plasma is de vloeibare fractie van het bloed dat onstolbaar is gemaakt door toevoeging van verschillende stoffen.
Serum wordt verkregen na coagulatie van bloed op een droog buisje (gele dop), zonder anticoagulans. Het is voor bijna alle parameters van klinische chemie en serologie aangewezen.
Een correcte keuze van het materiaal voor staalafname is essentieel voor het resultaat van bacteriologische analyses. Om een ideaal resultaat te verkrijgen, is het uiterst belangrijk om het best geschikte materiaal te kiezen en te verzenden zodat het initieel pathogeen agens zich tijdens het transport kan blijven vermenigvuldigen om geïdentificeerd te worden.
De urinestalen kunnen gedurende een periode van 24u op koelkasttemperatuur (4 °C) bewaard worden. Voor bacteriologische analyses moet een steriel potje gebruikt worden.
Stalen met faeces voor onderzoek naar parasieten of bacteriën mogen gedurende maximaal 2 tot 3 dagen op koelkasttemperatuur bewaard worden (behalve Campylobacter spp).